De carrièreswitch

Steeds meer mensen wisselen van beroep. Daar zou de modesector profijt van kunnen hebben, maar is er wel ruimte in de branche voor mensen van buiten?

Onderwijzer wordt taxichaffeur, huisarts prefereert muziekcarrière, controller gaat antiek verkopen of ambtenaar begint restaurant; de carrièreswitch komt in alle beroepsgroepen voor. Mensen volgen hun hart en besluiten, soms na jaren, een oude droom waar te maken. Anderen verliezen hun baan door faillissement of ontslag en grijpen de kans om iets heel anders te gaan doen. Niet voor het geld of voor erkenning, een nieuwe carrière komt vaker voort uit een lang gekoesterde wensdroom dan uit financiële motieven. Veel ‘switchers’ gaan er financieel op achteruit, omdat ze weer ‘onderaan’ moeten beginnen of hun spaarcentjes opsouperen. Een nieuwe loopbaan betekent in de meeste gevallen immers een stap opzij (of zelfs omlaag) op de carrièreladder en op begrip van de buitenwereld hoeft men niet te rekenen. Toch heeft zo’n 13 procent van de Nederlandse beroepsbevolking de sprong vorig jaar gewaagd. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) neemt de beroepsmobiliteit alleen maar toe. Tussen 2007 en 2008 zijn 880.000 mensen van beroep veranderd. Tussen 2004 en 2005 waren dit er krap 600.000. In procenten is de beroepsmobiliteit in drie jaar tijd gestegen van 9 naar 13 procent op een werkzame beroepsbevolking van 6,7 miljoen. Het CBS concludeert dat die mobiliteit het hoogst is op een krappe arbeidsmarkt. Jongeren zijn het meest mobiel zo blijkt; zij wisselen het vaakst van beroep. Tussen 2007 en 2008 gold dat voor ruim een kwart van de werkzame jongeren in de leeftijd van 15 tot 25 jaar. Gezien de huidige economische malaise en de door het Centraal Plan Bureau (CPB) voorspelde ontslaggolf in de tweede helft van 2009, is het aannemelijk dat de beroepsmobiliteit dit jaar opnieuw zal stijgen.

Overstap naar mode

De modebranche zou voordeel kunnen hebben van deze toenemende beroepsmobiliteit. Met het oog op het hoge aantal vacatures voor winkelpersoneel zijn met name de arbeidsmobiele jongeren interessant. De meeste modebedrijven geven echter de voorkeur aan personeel afkomstig uit de eigen branche. Volgens Maarten Bremer van RS Lifestyle Recruitment, een werving- en selectiebureau gespecialiseerd in executive search binnen de sectoren: Fashion, Cosmetics, Living en Food/Beverage, komt het zelfs relatief weinig voor dat mensen uit andere sectoren overstappen naar de modebranche. “De belangstelling is er wel,” zegt hij, “werken in de mode heeft een ‘glamoureus’ imago en veel mensen vinden dat aantrekkelijk. Maar modebedrijven zijn over het algemeen niet op zoek naar mensen van buiten. Bij nieuw personeel wordt gekeken naar ervaring en opleiding en of de sollicitant bij het bedrijf of merk ‘past’.” In de praktijk wordt volgens Bremer met die laatste aanduiding vaak op uiterlijke kenmerken gedoeld. “Een representatief uiterlijk is bijvoorbeeld voor winkelmedewerkers een vereiste.” En dan gaat het niet alleen om kleding of een bepaalde dresscode, “in de mode werken vaker mooie mensen dan in andere branches.”
Op hoger management niveau komt het wel voor dat kandidaten uit andere branches de overstap naar de mode maken. Vooral bestuurders uit de voedingsmiddelensector kunnen relatief gemakkelijk in de ‘fashion’ aan de slag. Datzelfde geldt voor mensen die van cosmeticabedrijven afkomstig zijn. Het betreft dan eigenlijk alleen functies in de directie van een modebedrijf, in retailmanagement, logistiek of bijvoorbeeld marketing. Een inkoopfunctie is volgens Bremer uitgesloten zonder ruime ervaring in de mode.

Een eigen agentschap daarentegen blijkt wel goed mogelijk zonder diepgravende kennis van de branche. Hanneke de Boer is het levende bewijs. Vorig jaar startte zij het agentschap ‘Are you Swedish?’ met Zweedse topmerken als Dagmar, Camilla Norrback en David & Martin. Haar achtergrond? De Boer werkte als advocaat bij een gerenommeerd kantoor en zat in de pijplijn om daar partner te worden. Overigens was het haar liefde voor Zweden en niet de modebranche die de drijfveer was voor de carrièreswitch. “Ik was altijd wel met mode bezig,” zegt De Boer, “maar niet op een overdreven manier. Ik beschouwde mode meer als een leuk verschijnsel dan dat ik carrièremogelijkheden zag.” Toen de studiekeuze aan de orde kwam, heeft zij opleidingen in de creatieve hoek nooit serieus overwogen. Het werd geschiedenis en later toch rechten. Na haar studie ging zij werken bij het Amsterdamse kantoor Kennedy Van der Laan en daar had zij het naar haar zin. Door een taalcursus Zweeds kwam de deur echter op een kier te staan. “Ik vond alles prachtig aan Zweden; de taal, Zweedse films, de mooie spullen, de mensen en de mode inderdaad.” Langzaam begon het plan vorm te krijgen: een agentschap, alleen met Zweedse merken. In augustus 2007 bezocht De Boer voor het eerst de Stockholm Fashion Week, legde contact met een aantal merken dat zij mooi vond en zo ging de bal aan het rollen. Inmiddels vertegenwoordigt zij zeven Zweedse merken als verkoop- en pr-agent. “Het is waar,” zegt zij, “niets is mooier dan van je passie je werk kunnen maken. Ik maak meer uren dan ik als advocaat ooit heb gedaan en ik verdien er minder mee, maar ik haal er zoveel meer voldoening uit.”

Het plezier dat De Boer beschrijft straalt ook van het gezicht van Claes Iversen, iedere keer dat hij na een show de catwalk betreedt om het applaus in ontvangst te nemen. De van oorsprong Deense modeontwerper voelt zich letterlijk door de mode bevrijd, zei hij in een eerder interview met FashionUnited. Hiervoor werkte Iversen namelijk vijf jaar in de financiële sector. “Maar dat werk lag me niet. Uiteindelijk werd ik er zelfs ongelukkig van.” Hij volgde zijn hart en ging terug naar de schoolbanken, de Academie van de Beeldende Kunsten in Den Haag. Een paar jaar en vele prijzen later heeft hij een atelier in het World Fashion Centre. Volgend seizoen komt zijn eerste prêt-à-porter lijn op de markt, gemaakt in samenwerking met Just B.

Claes Iversen en Hanneke de Boer geven beiden aan dat zij dolgelukkig zijn met hun keuze voor de mode, maar opvallend genoeg zeggen zij ook allebei in hun huidige baan veel profijt te hebben van hun vorige beroep. Het financieel inzicht dat Iversen dankt aan zijn accountancyverleden is zeldzaam onder modeontwerpers en een vaak gehoord gemis. En de professionaliteit, servicegerichtheid en het organisatievermogen van de advocaat komen De Boer naar eigen zeggen goed van pas.

Voor iedere carrièreswitch geldt dat het raadzaam is je vooraf goed te informeren. De Boer vertelt dat zij nu geregeld wordt geraadpleegd door mensen die een soortgelijke stap overwegen. “Praat vooraf met mensen uit de branche en zorg voor een financiële buffer,” zijn haar tips.

Recruiter Maarten Bremer zegt dat hij er vooral op let of de kandidaat voldoende affiniteit heeft met de mode. “Mode is emotie” zegt hij, “en die emotie moet je wel in je dragen als je in de mode wilt werken.” Hij heeft ervaren dat mensen zich nog weleens vergissen vanwege het glamoureuze imago van een modebaan. “Uiteindelijk is het gewoon een job en een sector waarin keihard wordt gewerkt. Het is een aparte wereld en die moet je liggen.”

Dit artikel is gepubliceerd de ‘Werken in de mode’ special 2009, van het FashionUnited print vakblad.

Foto: Photo: Photo: © Nyul | Dreamstime.com