• Home
  • Nieuws
  • Mode
  • De EU gaat chemicaliën in het productieproces verbieden

De EU gaat chemicaliën in het productieproces verbieden

Door Tessa Guntlisbergen

bezig met laden...

Scroll down to read more
Mode

De textielindustrie is één van de meest vervuilende industrieën ter wereld. Kleurstoffen, methaan, bleekmiddelen, zware metalen als koper, kwik en lood en nog veel meer chemische stoffen worden in de meeste gevallen gebruikt tijdens de productie van kleding. De Europese Commissie is onlangs met een nieuw plan naar buiten gekomen om samen met de Verenigde Naties gevaarlijke chemische stoffen in het productieproces te bestrijden en 291 verschillende giftige stoffen in consumentenproducten te verbieden, te beginnen met de textiel- en kledingindustrie.

De Europese Commissie geeft prioriteit aan textielproducten vanwege het nauwe contact met consumenten en daarmee een grote kans dat consumenten in aanraking komen met kankerverwekkende, mutagene of giftige stoffen (CMR-stoffen). CMR-stoffen zijn onder andere kleurstoffen, bleekmiddelen, ftalaten en vlamvertragers, die worden gevonden in onder andere buitenkleding. De definitieve inkleding van het plan wordt in mei 2017 vastgesteld.

Niet alleen de Europese Commissie, maar ook bedrijven uit de modeindustrie zelf lijken zich steeds meer tegen chemicaliën in het productieproces te keren. Twee maanden geleden sloot kledingketen Primark zich nog aan bij de Zero Discharge of Hazardous Chemicals groep (ZDHC), die zich sinds 2011 toelegt op het realiseren van een productieproces zonder het gebruik van chemicaliën. Ook grote merken als H&M, Nike en Esprit hebben zich bij de ZDHC aangesloten en zijn al een tijdje bezig met het weren van schadelijke chemicaliën uit hun productielijn. In 2007 begon H&M bijvoorbeeld al met de H&M Conscious Foundation, waarna collecties werden gemaakt die zo min mogelijk schade aan de planeet moesten toebrengen. Nike werkte vier jaar geleden samen met verschillende leveranciers, modemerken en de chemische industrie om het aantal gifstoffen in het milieu te beperken.

De textielindustrie is ernstig vervuild

De textielindustrie gebruikt ruim 8.000 verschillende chemicaliën om jaarlijks 400 miljard vierkante meter stof te maken, waarvan veel giftige materialen tijdens het dragen afbreken, daardoor in het milieu terechtkomen en gevaarlijk kunnen zijn voor de gezondheid, zo meldt Chemical & Engineering News. Buitenkleding als jassen wordt vaak bekleed met waterafstotende stoffen, die voor ernstige gezondheidsproblemen kunnen zorgen. Ook gevaarlijke kleurstoffen, fixeer- en bleekmiddelen worden gebruikt bij de productie van kledingstukken. Die textielbewerking vereist bovendien grote hoeveelheden water: het produceren van een spijkerbroek kost bijna 7 liter water. Een goede behandeling van dat afvalwater is duur en wordt bovendien vaak genegeerd. De Wereldbank schrijft 20 procent van de totale wereldwijde watervervuiling toe aan de textielindustrie.

Niet alleen milieuorganisaties als Greenpeace en ZDHC, maar ook verschillende chemiebedrijven zelf zetten zich in voor chemische stoffen met een lagere impact op het milieu. Textiel chemiegigant Archroma is zelfs betrokken bij werkgroepen van de ZDHC. Samen met chemiebedrijven als DyStar, Huntsman Corp. en Protex werkt Archroma aan de ontwikkeling van alternatieve, ongevaarlijke stoffen voor waterproof materialen. Archroma bekleed buitenkleding nu met wax en Protex doet dat met acrylverf.

“De chemische textielindustrie is afhankelijk van consumenten”

Dat chemicaliën worden gebruikt tijdens het productieproces, lijkt een lastig op te lossen probleem. Er zijn wel manieren om het aantal vervuilende stoffen in kledingstukken te verminderen, maar deze moeten dan wel worden toegepast. Zo zijn alternatieve stoffen volop beschikbaar, maar wel veel duurder dan de chemische stoffen die normaliter worden gebruikt. “De low-cost markt en zelfs illegale textielfabrieken zijn niet bereid meer te betalen voor duurzame oplossingen,” zo verklaart Fanney Vermandel, global director van chemiebedrijf DyStar. “Veel leveranciers van chemicaliën in de textielindustrie houden zich niet aan de procedures met betrekking tot duurzaamheid, wat producten goedkoper, maar onbetrouwbaar maakt.”

Naast alternatieve middelen, is volgens Vermandel een strenger en beter productbeheer de belangrijkste manier om textielvervuiling te kunnen verminderen. “Inkoopcontroles en audits van de volledige supply chain van verschillende merken is hard nodig. Hoge druk van NGO’s als Greenpeace is ook belangrijk om consumenten bewust te maken van het belang van duurzame oplossingen,” legt ze uit. Archroma voorspelt een significante verbetering te zien tegen het einde van 2020, wanneer ZDHC leden gestopt zouden moeten zijn met het gebruiken van gevaarlijke stoffen.

Toch denkt Matthias Foessel, CEO van Zwitsers bedrijf Beyond Surface Technologies, dat consumenten nog de grootste invloed hebben op de ontwikkeling van chemicaliën in de textielindustrie. Hoewel mensen wel weten hoe het zit met de productie van kleding, blijven veel consumenten goedkope kleding kopen. “Zolang mensen graag kleding blijven kopen tegen een zo laag mogelijke prijs en zolang ze hun look ieder seizoen veranderen en kleding van het vorige seizoen weggooien, stimuleren ze de chemische textielindustrie,” legt hij uit. Hoewel het probleem van chemicaliën in de productielijn erg omvangrijk is, hebben veel retailers al de eerste stappen in de goede richting gezet.

Beeld: Greenpeace Detox campagne


chemicaliën
productieketen