De UPV Textiel gaat van start: Dit speelt er in de landen om ons heen
bezig met laden...
Op 1 juli is het zover: Alle producenten/importeurs van kleding, bed-, bad-, en tafeltextiel op de Nederlandse markt worden verantwoordelijk voor het inzamelen, hergebruiken en recyclen van textielproducten die ze op de markt brengen door de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. Daarmee is Nederland het tweede Europese land met een UPV Textiel. Wat gebeurt er in de landen om ons heen?
Dat meer landen inspanningen leveren rondom een UPV Textiel is niet gek, want de Europese Unie heeft namelijk richtlijnen opgesteld die betrekking hebben op afvalstoffen en de textielstrategie. Dat maakt dat de EU ieder EU-land in 2025 verplicht een afzonderlijk inzamelingssysteem voor textiel op te zetten. De invoering van een UPV in de lidstaten kan hier dus aan bijdragen. UPV’s zetten een prijs op alle milieugevolgen die een product tijdens zijn levensduur veroorzaakt, waardoor de verantwoordelijkheid van gemeenten en hun burgers in feite wordt teruggeschoven naar de producenten.
Frankrijk keurde als eerste land een UPV Textiel goed in 2007
Frankrijk keurde als eerste land een UPV voor de textiel- en schoenensector goed. Dat gebeurde in 2007. Alle importeurs/producenten op de Franse markt zijn sindsdien verantwoordelijk voor de afhandeling van artikelen binnen de kleding-, huishoudlinnen- en schoenenindustrie. In antwoord daarop werd ReFashion opgericht in 2008, een collectief - zoals Stichting UPV Textiel - die het makkelijker maakt aan de doelstellingen te voldoen door samen te werken. Meer dan 5.000 bedrijven hebben zich al bij de organisatie aangesloten.
In 2010 trok ReFashion, het Franse UPV-systeem, meer dan vijf miljoen euro uit voor de medefinanciering van 55 projecten om recycling van textiel en schoenen te optimaliseren. In 2020 realiseerde het collectief al ruim 45.000 inzamelingspunten in winkels en op straat, blijkt uit het jaarverslag van ReFashion.
In januari 2023 liet ReFashion haar licentie door de overheid verlengen voor de periode 2023-2028. Het collectief wil de komende zes jaar doorgaan met het transformeren van de sector in lijn met de doelstellingen van de ministeries van Ecologische Transitie en Economie. Een van die doelstellingen is de inzameling van zestig procent van de TLC (Kledingtextiel, huishoudlinnen en schoeisel). Dit betekent dat ReFashion zo’n 1,2 miljard euro gaat besteden aan de transformatie van de sector en werkt het collectief samen met alle spelers in de sector.
Er zullen drie grote projecten worden gestart op het gebied van productie, consumptie en hergebruik. Zo wil ReFashion alle spelers in de sector mobiliseren om de milieu-impact van haar producten te verminderen. Op het gebied van consumptie wil het collectief vanaf 2023 minstens vijf miljoen euro per jaar besteden aan bewustmaking en voorlichting van de consument. Als laatste wordt in het kader van hergebruik en recycling de inzameling van kleding, huishoudlinnen en schoeisel versneld, door samenwerkingen in de sector. Vijf procent van de bijdragen die ReFashion ontvangt, wordt besteed aan een fonds voor hergebruik. De steun wordt aangevuld met een financieringssysteem dat openstaat voor alle spelers. Het totaal van deze twee enveloppen vertegenwoordigt 135 miljoen over de looptijd van de overeenkomst.
Zweden introduceerde een UPV Textiel in 2022 - handhaving start in 2024
Ook Zweden heeft de procedure naar het toewerken van een UPV Textiel in gang gezet. In 2019 gaf de Zweedse regering Birgitta Losman, een duurzaamheidsstrateeg aan de Universiteit van Borås, de opdracht om een onderzoek te leiden met de taak een UPV Textiel voor te stellen. Het onderzoek resulteerde in een rapport, genaamd ‘Producentansvar för textil - en del av den cirkulära ekonomin’, en werd op 10 december 2020 aan de regering gepresenteerd.
De wetgeving ging in op 1 januari 2022. In dit jaar werd de hoeveelheid textielafval in kilo’s in Zweden in kaart gebracht. Om praktische redenen wordt de wetgeving per 1 januari 2024 gehandhaafd. “Voordat de verantwoordelijkheid voor de inzameling wordt overgedragen van de gemeente naar een of meer inzamelsystemen, moet er voldoende tijd zijn voor het vergunningsproces, om het inzamelsysteem uit te breiden en voor alle producenten om contracten aan te gaan met een vergund inzamelsysteem”, zo staat in het rapport.
De UPV Textiel in Zweden heeft betrekking op kleding-, woning-, en interieurtextiel, tassen van textiel en textielaccessoires. Meubilair, technisch textiel, filters, stof per meter, matrassen en schoenen vallen dus niet onder deze UPV Textiel, aldus het rapport.
De Zweedse UPV Textiel heeft als doel het gemiddelde textielafval, dat vastgesteld werd in 2022, te laten dalen in drie fasen vanaf 2024: in 2028 moet het gemiddelde met 70 procent gedaald zijn, in 2032 moet dat 80 procent zijn en in 2036 moet het gemiddelde textielafval zijn verminderd met 90 procent. Om de ontwikkelingen te volgen, zal het Zweedse milieubeschermingsagentschap om de twee jaar afvalanalyses uitvoeren.
Spanje bereidt zich voor op de Europese wetgeving met een collectief
Net zoals alle andere Europese landen, wordt de Spaanse textielindustrie vanaf 2025 verplicht om textielafval gescheiden in te zamelen. Daarom werd er een collectief systeem opgericht onder de naam ‘Vereniging voor het beheer van textielafval’ om het bedrijven makkelijker te maken aan de nieuwe regels te voldoen. De non-profitorganisatie werd opgericht door Decathlon, H&M, Ikea, Inditex, Kiabi, Mango en Tendam en werd op 11 januari dit jaar officieel geregistreerd in het Nationale Register. Mango nam de rol als voorzitter van de organisatie op zich voor de eerste periode in 2023.
“Decathlon, H&M, Ikea, Inditex, Kiabi, Mango en Tendam hebben de Vereniging voor het beheer van textielafval opgericht met als doel het beheer van textiel- en schoenafval dat op de Spaanse markt ontstaat, via een collectief systeem in te zamelen, te sorteren en te hergebruiken. Met de oprichting van deze vereniging willen de multinationals een collectieve impuls geven aan de textielrecycling in Spanje, waarbij wordt toegewerkt naar een circulaire economie”, aldus de vereniging destijds in het persbericht.
België werkt aan een UPV Textiel, Circletex wordt belangrijker onder spelers
Ook België probeert niet achter te blijven. In februari 2022 werd de eerste fase ingezet. De Belgische modefederatie Creamoda, de Federatie van de Belgische Textielverzorging (FBT) en beroepsfederatie van fabrikanten, distributeurs en dienstverleners Febelsafe presenteerden een nieuw project: Circletex vzw - een producentenorganisatie die het als collectief makkelijker maakt om straks aan de UPV-verplichtingen te voldoen.
Circuletex dient op dit moment als ‘vrijwillige UPV’. Een nationale wetgeving realiseren in België ligt ietwat ingewikkeld: de drie gewesten moeten het namelijk eens worden en samenwerken. Ondertussen is er in ieder geval al een DRAFT ISA-akkoord gesloten, wat betekent dat Brussel, Vlaanderen en Wallonië beloven samen te werken aan een eengemaakte UPV, dat vertelt Jo van Landeghem, Quality, Safety and Sustainability Officer bij Creamoda en medeoprichter van Circletex, aan FashionUnited.
Bovendien schetst hij een beeld hoe de UPV Textiel er in België uit gaat zien. Zo gelooft België in een ‘UPV 2.0’ die een iets andere invulling krijgt dan de Nederlandse UPV Textiel. De Belgische UPV Textiel maakt mensen verantwoordelijk die het product kochten of gemaakt hebben en op de markt brengen. Met andere woorden worden de eigenaren van het product verantwoordelijk voor cradle-to-grave. “Zij beslissen zelf door wie zij het laten verwerken om het te repareren, hergebruiken of recyclen”, aldus Van Landeghem. “Overheidsdiensten die werkkleding aanschaffen, hebben bijvoorbeeld de neiging om te zeggen: de fabrikant, leverancier, importeur of verdeler moet het probleem oplossen. Wij vinden dat, in dit geval, de overheidsdiensten hun verantwoordelijkheid moeten nemen in de volgende levensfase van een product.”
Daarnaast zullen er meer textielproducten onder de Belgische UPV Textiel vallen: plat linnen, modekleding, workwear, interne interieurbekleding, buitentextiel en persoonlijke beschermingsmiddelen die met textiel gemaakt zijn. De ‘UPV 2.0’ betrekt er ook alle details van de textielproducten bij, zoals lederen labels, metalen gespen en knopen. Dit zijn volgens Van Landeghem ook waardevolle resources.
Nu de Europese eisen om toe te werken naar een circulaire (textiel)industrie dichterbij komen, lijken landen om ons heen steeds meer stappen te ondernemen. Het is nog goed om te melden dat Europese landen niet verplicht zijn om een UPV-wetgeving te realiseren. Dit kan echter wel meehelpen om makkelijker aan de Europese eisen te voldoen.
Dit artikel is tot stand gekomen op basis van informatie uit de archieven van FashionUnited.FR, FashionUnited.ES, FashionUnited.NL, FashionUnited.BE en aanvullende research.