Gucci eerste luxemerk bovenaan Fashion Revolution Index, Savage x Fenty eindigt onderaan
bezig met laden...
De modeindustrie heeft nog een “lange weg te gaan” als het gaat om het aanpakken van wereldwijde ongelijkheid en de klimaatcrisis. Dat is de conclusie die Fashion Revolution maakt op basis van de nieuwste editie van de jaarlijkse Fashion Transparency Index. Met een gemiddelde score van 26 procent, slechts twee procent hoger dan vorig jaar, boekte modemerken volgens Fashion Revolution een “onindrukwekkende vooruitgang”.
Er waren stappen in de goede richting. Zo maakte meer dan de helft (52 procent) van de 250 onderzochte grote merken hun lijst van eersterangs leveranciers openbaar, een opvallende verschuiving vergeleken met 32 van de 100 merken (32 procent) in de eerste editie van de index in 2017.
Een andere mijlpaal is dat een luxemerk voor het eerst tot de best scorende merken behoort. Gucci staat met een gemiddelde score van tachtig procent (een stijging van 21 procent ten opzichte van vorig jaar) op de tweede plaats van de 250 merken. Naast Gucci, zijn de vier grootste stijgers dit jaar allemaal luxe merken: Armani, Jil Sander, Miu Miu en Prada. Een welkome ontwikkeling, nadat de luxe modesector volgens Fashion Revolution jarenlang treuzelde op het gebied van transparantie. “Dit laat zien dat grote stappen in transparantie haalbaar zijn als de wil er is”, staat in het rapport.
Ook scoorden voor het eerst in zeven jaar tijd twee van de 250 grote modemerken tachtig procent of hoger. Van alle merken scoorde het Italiaanse met OVS het hoogste met een score van 83 procent, gevolgd door Gucci. Onder de achttien merken die een score van nul procent behaalden, vielen Max Mara, Mexx, Savage x Fenty en Tom Ford. Al met al scoren 71 van de 250 merken (28 procent) tussen de nul en tien procent, een lichte verbetering ten opzichte van de 31 procent vorig jaar.
Fashion Revolution: Meerderheid toeleveringsketen en productievolumes blijven onbekend
Fashion Revolution kaart met het onderzoek ook ongelijkheid in de industrie als probleem aan. Het ontduiken van belastingverantwoordelijkheden, on-demand inkopen en de groeiende beloningskloof tussen CEO's en arbeiders voeden deze ongelijkheid volgens Fashion Revolution elk op hun eigen manier.
Om te voldoen aan direct-to-consumer (D2C) on-demand modellen, zouden modemerken er steeds vaker voor kiezen vooraf zeer kleine bestelhoeveelheden plaatsen bij leveranciers. Volgens Fashion Revolution een volatiele en onvoorspelbare manier van inkopen, waarmee leveranciers risico's lopen en werknemers onder enorme druk staan, zo wordt in het rapport benadrukt.
Over de belastingontduiking staat er verder dat het met minder dan de helft (45 procent) van de grote modemerken die hun verantwoorde belastingstrategie publiceren, “cruciaal is voor overheden om een belastingsysteem te implementeren om de huidige mazen in de wet aan te pakken en ervoor te zorgen dat multinationale bedrijven hun deel betalen.”
Tot slot zou de overgrote meerderheid (99 procent) van de onderzochte grote modemerken nog steeds niet bekend hebben gemaakt hoeveel werknemers in hun toeleveringsketens een leefbaar loon ontvangen.
Ook overproductie, een van de grootste problemen in de modeindustrie die tot uiting komt met de afvalberg in de Atacama woestijn, komt aan bod. Vrijwel alle merken maken hun jaarlijkse productievolumes niet bekend (88 procent). Dit aantal is zelfs opgelopen ten opzichte van vorig jaar, toen het hier nog om 85 procent van de merken ging.
Wel stelt Fashion Revolution vast dat merken hun zorgvuldigheidseisen op sociaal en milieugebied met de komst van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) hebben aangescherpt. De prestaties op alle due diligence-indicatoren voor mensenrechten en milieu zijn hiermee verbeterd ten opzichte van vorig jaar. De openbaarmaking van de manier waarop merken belanghebbenden raadplegen (steeg van 26 procent vorig jaar naar 37 procent. Ook de bekendmaking van de belangrijkste milieurisico's en -schendingen steeg van 26 naar 37 procent. Wel maakte respectievelijk maar zes en zeven procent van de grote modemerken welke brandstof gebruikt wordt bij de productie van hun kleding en wat de testresultaten van hun afvalwater was.
“Honderd procent transparantie is slechts een beginpunt”
Liv Simpliciano, beleids- en onderzoeksmanager bij Fashion Revolution, uit zich kritisch over de resultaten. "Als activiste is het gekmakend om voortdurend te moeten aandringen op wat uiteindelijk het absolute minimum is van wat we van grote modemerken mogen verwachten. De onindrukwekkende vooruitgang op dit gebied is zorgwekkend gezien de toenemende sociale ongelijkheid, de vernietiging van het milieu en verschillende nieuwe wetgevingen. We zijn blij dat een minderheid van de merken eindelijk tachtig procent of hoger scoort, maar zelfs honderd procent transparantie is slechts het beginpunt en het lijkt erop dat veel grote modemerken nog niet eens aan de wedstrijd hebben deelgenomen.”