Textielconvenant: Productielocaties Nederlandse retailers in kaart gebracht
bezig met laden...
Iets meer dan een jaar na het sluiten van het convenant Textiel en Duurzaamheid is een lijst van ruim 3.100 productielocaties van Nederlandse winkelketens als Zeeman, de Bijenkorf en We Fashion opgesteld. Zijn er klachten over de omstandigheden in deze textielfabrieken, kan de Sociaal-Economische Raad (SER), die het convenant ondersteunt, zo voortaan precies achterhalen welke retailers er zaken doen en deze erop aanspreken.
De SER heeft de lijst vanochtend gepubliceerd. Het gaat om de productielocaties van 64 bedrijven, verspreid over Europa, Afrika en Azië. Ze produceren 80 merken, die samen een omzet van 4 miljard euro realiseren. Het is een belangrijke eerste stap in de uitvoering van het textielconvenant, welke vorig jaar juni werd gesloten onder leiding van minister Ploumen.
Misstanden in kledingfabrieken nu makkelijker te achterhalen
“Het bereiken van aanzienlijke verbeteringen in de supply chain van kleding en textiel vereist een begrip van die keten. Dat wil zeggen dat men weet waar textielproducten en kledingstukken worden gemaakt,” aldus de SER op haar website. De organisatie ondersteunt het convenant en heeft de locaties die retailers zelf hebben aangedragen, verzameld. “De locatielijst is noodzakelijk. Door te weten waar precies wordt geproduceerd, zien we waar de risico’s op misstanden in de kledingindustrie zitten. Dat helpt bedrijven bij het aanpakken van problemen als kinderarbeid, milieuschade, mensenrechtenschendingen en dierenmishandeling,” stelt Jef Wintermans, coördinator van het convenant bij de SER tegenover Trouw.
Hoewel de lijst openbaar is, wordt niet duidelijk gemaakt welke fabriek precies aan welke retailer levert. Volgens de SER is hiervoor de reden dat het gaat om concurrentiegevoelige informatie, meldt NOS.
Samen met de publicatie van de lijst, gaat een onafhankelijke klachtencommissie aan de slag om eventuele klachten over omstandigheden in de fabrieken te ontvangen. Een klacht kan worden ingediend door zowel een werknemer van de fabriek als een belangenorganisatie. Wanneer de commissie heeft gekeken of de klacht klopt, benadert deze de betreffende retailer. Deze krijgt dan een verzoek om de misstanden, waaronder kinderarbeid en slavernij, aan te pakken. Er kunnen geen sancties worden opgelegd.
Inretail: “Het is een enorme stap richting verdere transparantie”
“Het feit dat Nederlandse ketens bekend willen maken waar ze hun artikelen laten publiceren, is een enorme stap richting verdere transparantie,” laat Paul te Grotenhuis, woordvoerder van Inretail, weten aan FashionUnited. De brancheorganisatie is naast onder andere Modint één van de organisaties die bij het convenant betrokken is. “Het zegt namelijk wel wat als je bereid bent die adressen bekend te maken, dat betekent dat je daarvoor open staat en dat de basis goed is geregeld,” aldus Te Grotenhuis. Nu in kaart is gebracht welke fabrieken er bij de retailers betrokken zijn, kan worden gekeken wat verbeterpunten zijn en wat ervoor nodig is verbeteringen door te voeren. “Het is bijzonder dat zoveel partijen die te maken hebben met dit soort productielanden overeenstemming hebben weten te bereiken over een gezamenlijk doel, namelijk het verbeteren van de processen,” zegt Te Grotenhuis.
Het textielconvenant is vorig jaar opgesteld door brancheorganisaties, vakbonden, maatschappelijke organisaties en de Rijksoverheid, onder aanvoering van minister Ploumen. Het doel is om de arbeids-, milieu- en dierenwelzijn omstandigheden te verbeteren in landen waar Nederlandse bedrijven kleding en textiel laten maken. Doel van het initiatief is de instorting van de Rana Plaza-fabriek in Bangladesh vier jaar geleden. Bijna 40 procent van de Nederlandse markt doet nu aan het convenant mee. Volgens de afspraken moeten de deelnemers in 2020 80 procent van de omzet op de markt vertegenwoordigen. Retailers als Zeeman, De Bijenkorf, Varova Fashion, America Today, Coolcat en Wehkamp zijn aangesloten bij het convenant.
Beeld: SER website