• Home
  • Nieuws
  • Mode
  • The show can’t go on: afstuderen in de mode tijdens de coronacrisis

The show can’t go on: afstuderen in de mode tijdens de coronacrisis

Door Nora Veerman

bezig met laden...

Scroll down to read more
Mode|ACHTERGOND

Voor modestudenten in het laatste jaar van hun opleiding geldt de maand juni gewoonlijk als het moment van de waarheid. Het is de maand van de langste dagen, de kortste nachten en de de laatste steken, met als climax: de afstudeershows. Dit jaar loopt het voor veel studenten echter anders. Als medio maart de coronamaatregelen worden afgekondigd, wordt al snel duidelijk dat de meeste eindexamenshows - net als internationale modeweken - niet kunnen doorgaan. Maar ook gaan in veel gevallen de academiegebouwen op slot. De studenten moeten het doen met zolderkamers en zoomverbindingen.

Afstuderen in de mode tijdens de coronacrisis: hoe werkt dat eigenlijk? FashionUnited sprak vier modestudenten in hun afstudeerjaar: Katja Ravina en Leonore Boeke, bachelorstudenten Fashion Design aan het Amsterdam Fashion Institute (Amfi), en Inge Vaandering en Hanakin Henriksson, studenten van de bachelor Textiel & Mode aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten (KABK) in Den Haag.

Afstuderen in coronatijd: ontwerpen op een zolderkamer

Zowel de KABK als Amfi moesten in maart gedwongen de deuren sluiten, net als andere hogescholen en universiteiten. Maar de sluiting van onderwijslocaties heeft voor een modestudent significant andere gevolgen dan voor bijvoorbeeld een student Geschiedenis. Leonore Boeke: “Dat we niet naar het Amfi-gebouw kunnen, betekent dat we geen gebruik kunnen maken van de naaimachines, speciaalmachines, breimachines, het zeefdruklokaal, de paspoppen…” Maar ook ruimtegebrek is een probleem. Boeke: “Bijna niemand heeft thuis een tafel staan die groot genoeg is om op te werken. Ik werk nu op de grond, maar ik heb een kleine zolderkamer. Als er straks zes looks staan, wordt dat krap.”

Links: werk van Leonore Boeke. Foto: Leonore Boeke. Rechts: werk van Hanakin Henriksson. Foto: Hanakin Henriksson

Inge Vaandering boft: zij heeft een ruim atelier tot haar beschikking. Dat is ook nodig, want voor haar afstudeercollectie experimenteert ze met grote vormen en alternatieve materialen als latexrubber en papier. Dat ze geen gebruik kan maken van het KABK-materieel, vindt ze eigenlijk niet zo erg. “Ik vind het moeilijk om keuzes te maken, er zijn altijd zoveel dingen die ik wil uitproberen. Ik raak dan bijna overprikkeld door alle mogelijkheden. Nu word ik gedwongen te werken met mijn eigen materialen en de machines die ik hier al heb staan: een naaimachine, lockmachine en een strijkijzer.”

Misschien wel het meest crisis-proof is de aanpak van Katja Ravina. Zij werkt aan een volledig handgemaakte collectie waarin ze oude ambachten en vaardigheden, zoals kantklossen en borduren, doet herleven. “De crisis heeft niet echt invloed gehad op mijn werkproces,” vertelt ze. “Ik ben min of meer zelfvoorzienend: ik heb een computer en een voetaangedreven naaimachine, verder heb ik weinig nodig. Maar ik zie dat het voor andere studenten anders is. Iedereen moet wennen aan een situatie waarin je alles zelf moet doen.”

Links: fragment van een kanten helm, gemaakt door Katja Ravina. Rechts: de werkplek van Ravina. Foto’s: Katja Ravina

Sparren over Skype: online feedback op je afstudeercollectie

Dat de gebouwen gesloten zijn, betekent ook dat het contact met docenten en klasgenoten vooral via videobellen en e-mail verloopt. Dat is lastig, vinden de studenten, vooral tijdens feedbackmomenten. “Fysiek contact met docenten is belangrijk,” aldus Boeke. “Videobellen of mailen is zo anders. Als je je materiaal naar een docent stuurt en je krijgt een reactie, voelt dat meer als een antwoord op een vraag. In een fysiek gesprek kun je ideeën uitwisselen en samen tot conclusies komen. Dat is een heel andere dynamiek.” Ook klasgenoten worden gemist. Vaandering: “Het zou fijn zijn om weer eens goed met elkaar te kunnen sparren. Dat gaat over Skype toch lastiger.”

Tijdens die feedbackmomenten kunnen studenten hun materiaal niet fysiek aan docenten of klasgenoten tonen. Hoe lossen ze dit op? Vaandering: “Het tactiele aspect van mijn werk is heel belangrijk. Ik zie het als een uitdaging om te onderzoeken hoe ik dat goed kan overbrengen op beeld. Ik heb geprobeerd mijn materiaal te fotograferen op een manier die de levendigheid ervan toont, door het te draperen over een stoel, zodat je ziet hoe de stof valt, en door te experimenteren met lichtinval. Ook maak ik gebruik van tekst. Daarin kun je dingen naar voren brengen die je op beeld niet kunt zien.”

Ook Hanakin Henriksson fotografeert haar collectie, gemaakt van bijzondere stukken tweedehands textiel. “Het is moeilijk, maar het heeft ook zijn voordelen. Ik heb volledige controle over het beeld dat ik creëer. Ik kies wat ik wil laten zien.”

Links: werk van Inge Vaandering. Foto: Inge Vaandering. Rechts: Hanakin Henriksson in haar eigen collectie. Foto: Hanakin Henriksson

Een eindexamenshow in crisistijd

Die vaardigheden komen mogelijk nog van pas: veel afstudeershows gaan dit jaar niet door, of krijgen een andere invulling. De KABK-studenten presenteren hun werk in juni via een digitaal platform. Het Graduation Festival van de academie is uitgesteld naar september. Het festival, met eindpresentaties van alle afstudeerders van de KABK, zal door de modestudenten op 10 september worden geopend. Hoe precies is nog niet duidelijk. Vaandering: “We hebben nu niet de show als een soort centraal punt om naartoe te werken. Dat is een beetje gek, maar ook relaxed. Nu wordt er meer gekeken naar wat wij belangrijk vinden in de presentatie en krijgen we meer vrijheid in de invulling. Ik kan me bijvoorbeeld meer op mijn tekeningen richten.” Vaandering hoopt wel dat er nog wel een show zal komen. “Dat maakt de ervaring veel tactieler.” Henriksson vult aan: “Het publiek moet een collectie ook op een andere manier kunnen ervaren dan alleen visueel: het moet de collectie kunnen voelen, horen, ruiken.”

Amfi verschuift de hele eindbeoordeling naar augustus. De fysieke afstudeershow is geannuleerd; in september presenteren de studenten hun werk in een andere vorm aan het grote publiek. Welke vorm dat zal zijn, is nog onduidelijk. Boeke maakt dit jaar deel uit van de organisatiecommissie van de presentatie. “We waren voor de coronacrisis al tot de conclusie gekomen dat we niet een standaard show wilden. Nu zijn we bezig een antwoord te formuleren op de vraag: hoe kan een afstudeershow in crisistijd eruit zien?”

Links: tekening van Inge Vaandering. Foto: Inge Vaandering. Rechts: ontwerp van Hanakin Henriksson. Foto: Hanakin Henriksson

Hoe brengen de studenten hun werk in de tussentijd onder het voetlicht? “We moeten iets doen om genoeg aandacht te krijgen,” aldus Ravina. “Op dit moment spelen we in de groep met het idee om een documentaire te maken over afstuderen tijdens de coronacrisis. Voor mezelf denk ik dat het belangrijk is om iets met Instagram of TikTok te doen, maar daar ben ik nog niet mee begonnen, want ik ben altijd bezig met maken.” Ook Vaandering heeft zich tot Instagram gewend. “Ik gebruikte het voorheen niet echt, maar ik merk dat het toch een goed medium is om mijn gedachten en werk over te brengen. Daarnaast wil ik een persoonlijke website opzetten, waarop de sfeer van mijn werk nog beter tot zijn recht komt.”

Afstuderen in de mode tijdens corona: nu en straks

Inmiddels stellen zowel het KABK als Amfi hun werkplaatsen weer langzaamaan beschikbaar voor afstuderende studenten. Op Amfi zijn de regels wel strikt, vertelt Boeke. “Er wordt gewerkt met tijdslots, overal staat desinfecterende vloeistof en er is eenrichtingsverkeer. Het is een proef voor het anderhalvemeteronderwijs op Amfi. Maar naast al die indrukken vind ik het vooral erg fijn mijn klasgenoten en enkele docenten weer te zien.” Ook Ravina is blij dat het gebouw weer open is. “Het is goed dat er uiteindelijk nog met de speciaalmachines gewerkt kan worden. Ik ga komende week mijn mijn patronen printen op de grote printer, dat gaat toch wat makkelijker dan thuis.”

Na de zomer zijn voor de studenten hun opleidingen voorbij. Hoe zien zij de toekomst voor zich, met de kennis van nu? Henriksson maakte zich in de eerste weken van de crisis wel zorgen, vertelt ze. “Maar ik heb tijdens deze isolatie veel tijd besteed aan dingen die me een goed gevoel geven, zoals lange wandelingen, en gesprekken met vrienden en familie. Die hebben mijn zorgen wat gesust. Mode is nog steeds wat ik het liefste doe. Na mijn afstuderen wil ik een eigen bedrijf beginnen.”

Zo ook Boeke. “Ik zou het leuk vinden om bij een modemerk te gaan werken, maar ik acht de kans klein dat ik een baan vind. Ik heb de afgelopen tijd meer motivatie gekregen om een eigen merk van de grond te brengen, met unieke stukken die ik zelf ontwerp, maak en verkoop. De toekomst van mode ligt volgens mij in kledingstukken die met tijd en aandacht zijn gemaakt. Ik hoop dat mensen dat gaan inzien.” Klasgenoot Ravina ziet ook internationaal de banenkansen slinken, maar hoopt dat er in de industrie een verschuiving plaatsvindt. “De crisis kan helpen om duidelijk te maken dat kleding lokaal geproduceerd kan worden, door kleine ontwerperscollectieven, bijvoorbeeld.”

Vaandering houdt haar opties open. “Omdat de sfeer zo anders is, en er minder druk op het afstuderen staat, heb ik bijna het gevoel alsof ik al afgestudeerd ben - alsof ik al in een overgang zit naar iets anders. Maar wat dat gaat zijn, weet ik nog niet.”

Homepagebeeld: Pexels

afstudeershows
AMFI
Coronavirus
KABK
modeopleiding
modestudenten
ONDERWIJS