Van naald tot draad: Zo wordt een spijkerbroek gemaakt
bezig met laden...
Achter elk kledingstuk in een winkel schuilt een uitgebreid productieproces. In de serie Van Naald tot Draad spreekt FashionUnited met een expert over hoe alledaagse kledingstukken en accessoires tot stand komen. Deze keer: de productie van een spijkerbroek, uitgelegd door Imogen Nulty-Verstraeten.
Nulty-Verstraeten is een ervaren denimspecialist met meer dan 18 jaar ervaring in design, ontwikkeling en merchandising binnen de casualwear-, herenmode- en denimsector. Bij Scotch & Soda leidde ze meer dan 13 jaar de denimafdeling. Ze is actief in de denimcommunity, onder andere via het Future Fits Forum op de Kingpins Show in Amsterdam en als medeoprichter van de Denim Deal. Sinds februari 2025 is ze designmanager bij Pepe Jeans.
Hoe een spijkerbroek wordt gemaakt
Er komt veel zorg en aandacht kijken bij het maken van een goede spijkerbroek, benadrukt Imogen Nulty-Verstraeten. “Je hebt veel kwaliteitscontrolepunten nodig – tijdens het weven, het wassen van de stof, het naaien, en uiteindelijk bij het passen op verschillende lichaamstypes. Goede communicatie met leveranciers is daarbij cruciaal. Als iedereen op één lijn zit en dezelfde kwaliteitsstandaard nastreeft, krijg je een mooi eindresultaat.”
“Grote merken hebben vaak een intern technisch team. Bij Pepe Jeans hebben we bijvoorbeeld een team van gespecialiseerde patroonmakers die zich fulltime bezighouden met pasvormen en maatvoering. Dat is echt een luxe en maakt een enorm verschil.”
“Voor modebewuste consumenten is het belangrijk om te lezen hoe denimproducten worden gemaakt. Het is goed om standaard even te kijken naar de herkomst van de materialen op het waslabel. Als je daarover geen informatie kunt vinden op het product, in de winkel of op de website, is dat vaak geen goed teken.”
“Overigens zegt het land van productie niet alles. Het gaat vooral om hoe iets wordt gemaakt, niet waar. Natuurlijk zijn sommige landen bekend om hun kwaliteit – zoals Japan of Italië – maar zelfs daar kunnen dingen misgaan. Het hangt volledig af van hoeveel aandacht er aan het proces wordt besteed.”
Het weven van het garen
“Alles begint bij de stof. Het basismateriaal voor spijkerbroeken is meestal katoen. Die katoen wordt tot garen gesponnen, en de garens worden vervolgens tot stof geweven. Een kledingproducent koopt deze stof in bij een geselecteerde leverancier.”
“Doorgaans bestaat de stof uit twee soorten garens: een indigo-geverfd garen (de schering) en een wit garen (de inslag), die samen het typische denimweefsel vormen. De structuur, kleur en het type weefsel kunnen variëren.”
“De stof arriveert op grote rollen en moet eerst ‘ontspannen’ — met andere woorden, worden uitgerold en gelucht. Dit helpt krimp en vervorming tijdens het knippen te voorkomen. Elke rol kan iets anders zijn: in kleur, garen of krimpercentages.”
Knippen en naaien
“Na het ontspannen wordt de stof in lagen gestapeld en digitaal of met de hand geknipt in losse onderdelen van de broek — zoals de pijpen, tailleband, zakken, enzovoort. Elk patroononderdeel krijgt een label zodat de medewerkers in de fabriek weten wat ze moeten doen.”
“Daarna gaan al die losse onderdelen naar de naaiafdeling. Daar worden ze in elkaar gezet door arbeiders die ieder gespecialiseerd zijn in een specifieke handeling: de één zet de zakken aan, een ander maakt de gulp, weer een ander bevestigt de tailleband. In kleine fabrieken doet één persoon soms meerdere stappen, maar in grotere fabrieken is het proces vaak opgedeeld in een efficiënte werkstroom.”
De tekst gaat verder onder de afbeelding.
De droge en natte behandelingen
“Na het naaien komt het ‘droge’ proces, zoals schuren of het aanbrengen van slijtplekken. Vroeger gebeurde dit vaak met de hand, bijvoorbeeld met schuurpapier op een mannequin.”
“Sommige fabrieken zijn inmiddels erg geavanceerd. Ze bootsen het effect van gedragen denim na zonder water of chemicaliën. Bij een van onze leveranciers in Tunesië hangt een robot de jeans op, gebruikt een laser om effecten te creëren en plaatst ze terug op de lopende band — volledig geautomatiseerd.”
“Daarna volgt het ‘natte’ proces: wassen. Chemische behandelingen zoals bleken of het gebruik van kaliumpermanganaat maken de jeans lichter. Stonewashing — waarbij puimstenen letterlijk worden toegevoegd aan de wascyclus — is de traditionele manier om een lichtere kleur te creëren. Tegenwoordig worden die stenen vaak vervangen door milieuvriendelijkere alternatieven.”
“In het verleden werd voor één spijkerbroek soms wel 7.000 liter vers water gebruikt. Tegenwoordig kan dat water worden gerecycled en gezuiverd in speciale systemen binnen de fabriek. Je kunt het niet drinken, maar het kan wel opnieuw worden gebruikt in het volgende productieproces.”
“Er zijn inmiddels ook alternatieve methoden die helemaal geen water of chemicaliën meer gebruiken, zoals e-flow-technologie (waarbij lucht wordt gebruikt in plaats van water) of ozonmachines die denim reinigen zonder schadelijke stoffen.”
“Fabrikanten blijven innoveren, vooral op het gebied van duurzaamheid en efficiëntie. Bedrijven zoals Jeanologia en Tonello zijn pioniers in duurzame was- en afwerkingstechnieken. Zij zoeken voortdurend naar nieuwe manieren om het productieproces minder belastend te maken voor het milieu.”
Laatste stap: afwerking en verpakking
"Na het wassen worden de jeans goed gecontroleerd. Eventuele foutjes worden dan hersteld. Daarna worden alle extra’s toegevoegd, zoals labels, klinknagels, knopen en de leren of jacron patch op de achterkant. Deze details worden pas ná het wassen aangebracht, zodat ze niet beschadigd raken tijdens het wasproces. Tot slot worden de jeans netjes verpakt.”