Halfjaarupdate Bureau RMC: Verhoudingen verschuiven tijdens herstel in de winkelstraten
bezig met laden...
Week vijf, de eerste week waarin de winkels in Nederland na de lockdown weer open waren, werd als nulpunt gekozen. Vanaf daar kriebelen er in de grafiek drie lijntjes geleidelijk omhoog: zowel in grote, middelgrote als in kleine steden in Nederland liep het aantal winkelbezoekers het afgelopen half jaar weer op.
Gerekend met de maanden januari tot en met juli was het in de Nederlandse winkelstraten bijna vijftien procent drukker dan vorig jaar, vertelt Huib Lubbers. Hij is eigenaar van Bureau RMC, dat het aantal bezoekers in Nederlandse winkelstraten bijhoudt. Via de telefoon geeft hij een update van het jaar tot dusver. Er is herstel ten opzichte van 2021, laat hij zien, maar het niveau van voor de pandemie is nog niet bereikt.
Meer passanten, maar nog onder niveau 2019
Bij de groeicijfers ten opzichte van 2021 moeten wel wat kanttekeningen worden geplaatst, onderstreept Lubbers. Vorig jaar waren de winkels tot eind april helemaal of gedeeltelijk gesloten. Daardoor zijn de groeicijfers hoger dan ze in een normale situatie zouden zijn geweest. Tegelijkertijd kwam er na de heropening van de winkels een sterk herstel in mei en juni: in die maanden was het aantal passanten zo hoog dat de cijfers van dit jaar er weer iets onder liggen.
De vergelijking met 2019, het laatste jaar voor de pandemie, is ook niet zo makkelijk te trekken. Bureau RMC is in de tussentijd gebruik gaan maken van andere technologie, waardoor de resultaten niet strak langs elkaar te leggen zijn. Evengoed kan Lubbers wel een impressie geven. "Heel grofweg gemeten, zegt hij, ligt het aantal passanten in de eerste helft van 2022 ongeveer 20 tot 22 procent onder 2019."
Winkeliers merken dat niet zozeer in de kassa: veel ondernemers bereikten qua omzet alweer het niveau van 2019. Maar dat heeft vooral met een prijsstijging te maken, verklaart Lubbers, want in de winkelstraten blijft het relatief rustig. Dat komt mede door de opkomst van online tijdens de coronacrisis, maar ook omdat er gerichter gewinkeld wordt, denkt hij. "Mensen gaan vaker alleen de stad in, en vaker met een specifiek doel. Even rustig een dagje erop uit, met zijn tweeën of met zijn drieën, dat gebeurt minder. Funshoppen heeft plaatsgemaakt voor runshoppen."
Sterkste herstel in grote steden
Desondanks herstelden juist grote steden met uitgestrekte winkelcentra zich na het aflopen van de laatste lockdown het snelst. In Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag werd halverwege juli de grootste relatieve toename van winkelend publiek gemeten: er was gemiddeld bijna negentig procent meer volk in de winkelstraten dan aan het eind van januari. Kleine steden, waarvan de cijfers zijn gebaseerd op Oisterwijk, Goes, Assen en Weert, zitten daar onder, met zeventig procent groei. De groei in middelgrote steden als Nijmegen, Haarlem, Tilburg en Groningen bleef met ruim vijftig procent iets achter.
Waarom de grote steden het zo goed doen, dat weet Lubbers niet helemaal zeker. De terugkeer van toeristen, zowel uit binnen- als uit het buitenland, zou er iets mee te maken kunnen hebben, zegt hij. “Maar we kunnen bij RMC niet zien welke passanten toeristen of dagjesmensen zijn, dus het blijft een aanname."
Even doordeweeks de stad in
Ook opvallend: over het algemeen wordt er iets vaker doordeweeks gewinkeld dan in januari. Waar in januari nog 33 procent van de passanten in het weekend shopte, was dat in juni teruggelopen naar 29. Dat verschil is zowel in grote, middelgrote als kleine steden te zien.
Ook over de reden hiervoor kan Lubbers enkel speculeren. De angst voor gezondheidsrisico's op drukke winkeldagen zal een rol spelen, maar dat is waarschijnlijk niet het enige, denkt hij. “De cijfers worden mogelijk ook gekleurd door de grote hoeveelheid thuiswerkers, voor hen is het doordeweeks makkelijker om werk en privé te combineren. Zo hoorde ik laatst van iemand dat ze een online vergadering had gehad terwijl ze in de Karwei liep: iedereen had zijn of haar camera uit staan, dus ze kon rustig langs de schappen lopen en meepraten als haar onderwerp aan de beurt kwam."
Dat klanten gerichter winkelen, draagt mogelijk ook aan die ontwikkeling bij. Gericht winkelen gaat immers net zo makkelijk op een dinsdag of een donderdag, tussen het werk door, wanneer het rustiger is in de stad dan in het weekend. "In het weekend krijg je je auto slecht geparkeerd, winkelen kost meer tijd, het is drukker. Waarom in het weekend gaan als het ook doordeweeks kan?"
Verwachtingen voor het najaar: de hand op de knip?
Als het thuiswerken aanhoudt, kan het gerichter winkelen ook nog effect hebben op de cijfers van het najaar. De belangrijkste factor is daar echter de inflatie . "De seinen staan niet allemaal op groen," zegt Lubbers. "De verwachting is dat er een beperking komt op bestedingen. Hoewel iedereen echt meer spaargeld heeft, wordt er deze vakantie alweer best wat uitgegeven. In het najaar volgt er mogelijk alsnog een effect op consumentenuitgaven en dus op het winkelgedrag."
Het enige voordeel voor de groeicijfers: vorig jaar was een relatief slecht najaar. "Na een spannende zomer was er even herstel in oktober. Normaal gezien zou er dan een detailhandelspiek volgen rondom Black Friday, maar die kwam er niet echt," legt Lubbers uit. "Vanaf oktober ging de lijn al naar beneden, en in december kwam er weer een lockdown. Dus als de cijfers komend najaar een beetje gelijk blijven met nu, doen we het toch beter dan een jaar geleden."