Kingpins: Jeans moeten zacht zijn en lekker zitten

Het hart van de vrouwelijke consument mag de komende seizoenen op hol slaan van mommy jeans en spijkerbroeken met wijd uitlopende pijpen, de skinny is nog niet dood. "En de skinny zal nooit dood gaan," zegt Alberto Primo Candiani, global manager bij de Italiaanse weverij Candiani, tijdens Kingpins. Op de internationale vakbeurs voor denimweverijen en -wasserijen draait het allemaal om één ding: stretch. "Maar wel om skinny's die super zacht en comfortabel zijn."

In de Amsterdamse Gashouder, op het Westergasterrein, vindt voor de derde keer Kingpins plaats. De beurs - die edities heeft in Los Angeles, New York en Hongkong en in mei vorig jaar uitbreidde naar Nederland - voerde geen grote veranderingen door. Wel is er meer aandacht voor seminars op de beurs. "We hebben nu al meer bezoekers," weet Andrew Olah, oprichter van het evenement te vertellen, een paar uur nadat de beurs is geopend. "En mooi weer," grapt hij.

Volgens Olah is zo'n 80 procent van de exposanten van de vorige editie teruggekeerd naar de Gashouder. "I love the building," zegt de Amerikaan. "Ik wou dat we dit gebouw overal hadden." Is het niet wat klein voor de ambities van de beurs? "Ambities? Dit is het. Vind je dat we moeten verhuizen naar een congrescentrum? Zou je nog komen als het veel massaler was? Groter is niet altijd beter hoor."

Kingpins wil niet groeien in Amsterdam

De weverijen die op Kingpins laten zien wat voor collecties ze kunnen produceren, lijken zich vooral te richten op comfort. "Softness is de grootste trend voor de winter van 2016," zegt Candiani, terwijl hij met zijn hand een skinny jeans in zijn stand streelt. Hij toont selvegde denim met stretch - "dat is is heel lastig, niet iedere weverij kan dat" - en hij laat spijkerbroeken zien die extra zacht en elastisch zijn, door het gebruik van tencel en nylon. "Ja, nylon, net als in panty's," zegt hij. "Vrouwen hebben skinny jeans gewoon nodig. Maar dan moet het wel super zacht en comfortabel zitten."

Ook Ata Arican, account manager van Orta Anadolu in Istanboel, ziet dat zachte spijkerbroeken de toekomst zijn. Hij heeft een rekje in zijn stand, met een collectie genaamd Comfort2. "Met stretch in beide richtingen," zegt hij en rekt de stof in de breedte en de lengte uit.

De toekomst van denim is duurzamer

De meeste merken en modeketens vragen volgens Arican echter naar duurzaamheid. Orta gebruikt daarom tencel in de collecties. Ook ging het bedrijf een samenwerking aan met Garmon Chemicals, om het bewerken van denim duurzamer te maken. "We hebben ook vegan denim, maar die hebben we niet meegenomen naar Kingpins. We moesten een keuze maken."

Olah pleit vooral voor transparantie, wat weer kan zorgen voor meer duurzaamheid. "Weet jij waar je blazer is gemaakt? Op het label staat alleen in welk land het is gemaakt en hoe je het moet wassen. Je weet praktisch niets. Dat is toch verschrikkelijk?"

Maar hoe gaat de branche duurzaam denim aan de man brengen? Leroy Aznam, van de blog Commedesleroi.com, denkt dat het niet zo moeilijk is. Tijdens een door Kingpins georganiseerd seminar, praten vijf denimbloggers, allemaal mannen, over de toekomst van de spijkerstof. "In Amsterdam is iedereen bezig met biologisch en lokaal eten. Boodschappen doe je bij Marqt en niemand eet meer brood." Duurzame spijkerbroeken passen volgens Aznam in die trend.

Lars Tibben, al langer blogger, maar sinds een jaar eigenaar van Thedenimdaily.com, ziet wat meer struikelblokken. "Je moet consumenten wel uitleggen waarom ze meer betalen voor een duurzame jeans. Als je in een winkel bent en je ziet een spijkerbroek van 40 euro en één van 400 en je weet niet waarom de ene duurder is, dan koopt bijna niemand die van 400 euro natuurlijk. Dus je moet uitleggen wat de toegevoegde waarde is. Bijvoorbeeld dat er aloë vera in zit, goed voor de mensen die de jeans maken èn voor je eigen benen.” Dus toch weer comfort.