Tien jaar na het overlijden: een Alexander McQueen terugblik
bezig met laden...
Vandaag is het precies een decennium geleden dat Alexander McQueen kwam te overlijden. De spraakmakende ontwerper schreef modegeschiedenis met zijn indrukwekkende, onconventionele shows en verbluffende couturestukken.
Meerdere partijen brachten afgelopen dagen een eerbetoon aan de ontwerper: zo droeg Kim Kardashian een jurk uit het McQueen-archief naar de Vanity Fair Oscars afterparty en presenteerde platform voor tweedehands kleding Vestiaire Collective een gecureerde selectie stukken van de hand van de ontwerper. Ter nagedachtenis van de iconische ontwerper: een korte terugblik.
Collecties van McQueen
Alexander McQueen studeerde in 1992 af aan de prestigieuze modeacademie Central St Martins met een collectie getiteld ‘Jack the Ripper Stalks his Victims’, een collectie die refereerde aan de negentiende-eeuwse seriemoordenaar met prikkeldraadprints en bloedrood geverfde kledingstukken. In de jaren daarop volgden andere spraakmakende collecties als ‘Highland Rape’, waarin de half-Schotse McQueen de historische machtsstrijd tussen Schotland en Groot-Brittannië op rauwe wijze naar de catwalk vertaalde. De modellen liepen niet, maar wankelden, halfnaakt of gekleed in gescheurde jurken. In deze collectie introduceerde McQueen zijn historische bumster pants: broeken zo laag dat de schaamstreek nog net niet zichtbaar was. Niet voor niets krijgen bezoekers van de Youtube-video van de show de melding dat “dit beeld ongeschikt kan zijn voor bepaalde leeftijden”.
De vele media-aandacht voor McQueens shows, hoe confronterend ook, zorgde er deels voor dat hij in 1996 aan de slag ging als hoofdontwerper bij couturehuis Givenchy. Zijn collecties voor Givenchy waren sprookjesachtiger, maar behielden een duistere ondertoon. McQueen zelf was lang niet altijd gelukkig bij het merk: kort na zijn aanstelling beledigde hij eigenaar Bernard Arnault door hem “irrelevant” te noemen en McQueens eerste collectie voor het huis was naar eigen zeggen “crap”. Toch bloeide Givenchy op onder McQueen: naar zijn spectaculaire shows, geïnspireerd door bijvoorbeeld de Griekse mythologie of de romantische Franse hofcultuur, werd door de modewereld met spanning uitgezien. McQueen maakte het oude couturehuis opnieuw relevant.
Terug naar eigen merk
In 2000 vertrok de ontwerper bij Givenchy om zich volledig te richten op zijn eigen modehuis. Zijn shows bleven dramatisch, indrukwekkend, soms zelfs afschrikwekkend - zoals ‘VOSS’, de show van de lente/zomercollectie 2001. De catwalk bestond uit een glazen kubus waarin de modellen, soms verdwaasd, rondliepen. Het publiek kon wel in de kubus kijken, maar de modellen zagen alleen zichzelf door het spiegelende glas. Aan het einde van de show klapt een tweede kubus, in het midden van de catwalk, uit elkaar en onthult een naakt model op een chaise longue, gezicht verscholen achter een masker, te midden van rondvliegende motten. Thema’s als vergankelijkheid, dood en geweld kwamen in de jaren daarop herhaaldelijk terug. In 2004 beschreef modetheoreticus Caroline Evans McQueens spektakels als een “theatrale opvoering van wreedheid”.
Door al die reuring wordt vaak vergeten dat McQueen naast een dramaticus ook een uitstekend kleermaker was: hij beheerste Savile Row tailoring tot in de puntjes mede dankzij zijn training bij kleermakers Anderson & Sheppard. De combinatie van zijn bizarre shows en vakmanschap leverde hem tot vier keer toe de ‘Designer of the Year Award’ op, een prestigieuze Britse modeprijs.
Na zijn dood
Op 11 februari 2010 overlijdt de destijds veertigjarige ontwerper door een tragische zelfmoord. Volgens zijn psychiater had hij al meerdere jaren last van angststoornissen en depressies, evenals overmatig drugsgebruik. De uitvaart van McQueen vond plaats in Londen, op 25 februari 2010. Zijn as werd later uitgestrooid op het Schotse Isle of Skye.
In 2012 wijdde het Metropolitan Museum in New York een tentoonstelling aan McQueen: ‘Savage Beauty’. Enkele jaren later, in 2015, reisde de tentoonstelling door naar het Victoria and Albert Museum in Londen, de voormalige woonplaats van McQueen. In beide musea brak de tentoonstelling (bijna) bezoekersrecords.
In 2015, vijf jaar na zijn dood, verschenen twee boeken over de Britse ontwerper. Het turbulente leven en de tragische dood van Alexander McQueen is eveneens het onderwerp van een tweetal producties die in 2018 wordt uitgebracht. Naast een speelfilm is er de documentaire ‘McQueen’ van Ian Bonhôte. De docu wordt onthuld tijdens het Tribeca Film Festival in 2018 dat onze Amerikaanse redacteur bijwoont. ‘Zoals Costin ons eraan herinnert, kom je iemand als McQueen “niet vaak tegen”.’
Gerelateerd uit het archief :
- Review - Kunst, emotie en tragedie in de modedocumentaire McQueen
- 3 dingen die nieuwe boeken ons leren over Alexander McQueen
- Waarom veranderen modeontwerpers zo vaak van gedachten? (waarin het werkproces van Alexander McQueen wordt uitgelicht)
- Vijf bekritiseerde ontwerpdebuten, waaronder die van Alexander McQueen voor Givenchy
Homepagefoto: Alexander McQueen: Savage Beauty in het V&A