• Home
  • Nieuws
  • Achtergrond
  • De toekomst van mode: is less more?

De toekomst van mode: is less more?

Door Esmee Blaazer

bezig met laden...

Scroll down to read more

Achtergrond

Een beeld ter illustratie. Hier zie je een wand in de Patagonia-winkel in Amsterdam. Credits: Patagonia

Een bekentenis. Mijn oorspronkelijke onderzoeksvraag was ‘Wat als de mode-industrie gewoon minder kleding zou maken?’

(Over)productie, de snelheid en de seizoenen terugdringen, zou wel eens het antwoord kunnen zijn op bijna alles?!, was mijn gedachtegang. Als in: voor verduurzaming in de kledingsector en breder: in het streven naar een circulaire economie (zie kader).

Veel duurzaamheidsproblemen zijn terug te voeren op de enorme hoeveelheden kleding die worden geproduceerd . Wat vandaag 'in' is, is morgen alweer uit. Winkels vullen regelmatig hun schappen met nieuwe trends, wat bijdraagt aan de wegwerpcultuur in mode: kleding wordt snel vervangen en weggegooid.

In de postgebruikersfase wordt een deel van het textiel gerecycled of geëxporteerd voor hergebruik, maar veel eindigt nog steeds op stortplaatsen of wordt verbrand. Dit leidt tot aanzienlijke milieuschade en benadrukt de noodzaak voor duurzamere oplossingen.

Sommige ontwerpers hebben al actie ondernomen. Joline Jolink, een Rotterdamse mode-ontwerper die haar eigen duurzame koers vaart, voerde bijvoorbeeld in februari 2023 een productieplafond in om overproductie tegen te gaan.

Wat als meer bedrijven haar voorbeeld zouden volgen of dit zou worden afgedwongen, bijvoorbeeld door wetgeving?

Maar Mirella Soyer, Lector Gedrag voor Circulaire Transities aan de Hogeschool Rotterdam, wees me - terecht - op het feit dat deze vraag wat polariserend is. Bovendien iets te kort door de bocht.

“Het verminderen van de hoeveelheid kleding op de markt op zichzelf, is niet voldoende, gezien de geglobaliseerde wereld waarin we leven,” legt Soyer uit. “Veel kleding wordt immers geproduceerd in andere landen, wat daar ook de lokale economieën ondersteunt. In plaats van te focussen op “minder”, is een fundamentelere vraag: "Waarom komen die circulaire businessmodellen zo moeilijk van de grond?

Want dat het in de mode-industrie anders moet, staat volgens Soyer buiten kijf.

Wat is een circulaire economie?

De EU streeft ernaar om tegen 2050 een circulaire economie te realiseren. Dit maakt deel uit van de bredere Europese Green Deal, waarin ook de ambitie is vastgelegd tegen 2050 klimaatneutraal te zijn.

Een circulaire economie richt zich op het zo lang mogelijk in gebruik houden van producten, materialen en grondstoffen door bijvoorbeeld reparatie, upcycling en recycling. Het doel is afval te minimaliseren en de behoefte aan nieuwe grondstoffen terug te dringen.

Circulaire inspanningen zijn onder andere Refuse (weigeren, afwijzen of heroverwegen, red.), Reduce (verminderen), Reuse, Remanufacturing (hergebruiken) en Recycling. Deze strategieën vormen samen de zogenaamde R-ladder.

De R-ladder. Credits: het bedrijf Masjien van de Belgische mode-expert Jasmien Wynants.

Circulaire businessmodellen vereisen vaak een fundamentele verandering in de manier waarop modebedrijven opereren. Het traditionele, lineaire model (‘maken-gebruiken-weggooien’) staat in schril contrast met een circulaire benadering waarbij in de eerste plaats wordt gefocust op een lange levensduur van producten.

Waarom circulaire businessmodellen moeilijk van de grond komen

Duurzamere mode: een grote groep consumenten is nog niet aangehaakt

“Hoewel er al veel goede initiatieven bestaan, zoals duurzame tips voor je kledingkast van Milieu Centraal, richten die zich vaak op de koplopers, consumenten die duurzaamheid omarmen,” vertelt Soyer, die in haar functie circulair gedrag bevordert van zowel organisaties als consumenten en zich specifiek verdiept in de kledingindustrie.

Dat zijn volgens haar bijvoorbeeld mensen die een duurzaam item van Joline Jolink of statiegeld-trui van The New Optimist kopen, kleding (laten) repareren en een kleine ‘capsule’ garderobe hebben.

“Maar het is de grote meute die we in de richting van een duurzamere garderobe moeten bewegen,” stelt Soyer. En in de mode-industie is dat nu precies de uitdaging.

“Het imago van duurzaamheid was lange tijd niet trendy (‘geen glittersteentjes op de spijkerbroek, geen materialenmixen omdat dat recycling bemoeilijkt of chemische verfstoffen’) en vooral duur,” legt Soyer uit.

Daarnaast speelt gemak een rol bij het koopgedrag. Dat snelle, goedkope mode toegankelijker is dan duurzame alternatieven werkt dus niet in het voordeel.

Het zou ook mooi zijn als er nieuwe normen kunnen komen, vervolgt Soyer. “Nu is ‘trendy, goedkoop en nieuw’ de standaard. Ik houd me bezig met de vraag waarom ‘trendy en oud’ of ‘trendy en gerepareerd’ minder oké lijkt.”

Kortom, culturele verschuivingen zijn dus belangrijk.

Maar dat is niet het enige probleem.

Hoe beleidshervormingen de transitie kunnen versnellen

Stimuleert de overheid circulaire inspanningen van bedrijven?

“Er zijn op korte termijn praktische maatregelen nodig om modebedrijven te ondersteunen in hun inspanningen om circulair te opereren,” aldus Soyer. De duurzaamheids wetgeving die eraan komt, zoals het digitaal productpaspoort (DPP) bijvoorbeeld, draagt bij aan transparantie voor retailers en consumenten.

Voor het belonen en aanmoedigen van circulaire inspanningen denkt Soyer aan ‘anders belasten’:

  • In Nederland zijn er voor kledingorders buiten de EU invoerrechten bij een bestelling van boven de 150 euro. “Maar wanneer je goedkope spullen van Shein en Temu besteld, zit je niet zo gauw aan dat bedrag.” Soyer stelt voor de invoerrechten van 12 procent op alle kledingorders te heffen, zodat er een eerlijker speelveld wordt gecreëerd.
  • Het tweede advies sluit daarop aan. “Verlaag of schaf de btw op tweedehands kleding af,” om tweedehands kleding goedkoper en aantrekkelijker te maken.
  • In Frankrijk wordt gesproken over het additioneel belasten ‘van trashmerken’, belicht Soyer een derde idee. “Juridisch wel complex, omdat het moeilijk kan zijn te bepalen wat precies onder fast fashion valt.”
  • Een vierde suggestie is de Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) uit te breiden aan de Europese grenzen, vervolgt Soyer. Momenteel is deze regeling van toepassing op sectoren zoals staal, aluminium, kunstmest, elektriciteit en waterstof. “Fossiele kunststoffen (die bijvoorbeeld aan de basis staan van populaire synthetische stoffen zoals polyester) zouden we kunnen toevoegen.”
  • Primaire (lees: nieuwe, ook wel virgin) grondstoffen belasten in plaats van arbeid, is een belastingwijziging die al langer op de wensenlijst staat.” Of: als de belasting op secundaire, ofwel gerecyclede grondstoffen omlaag kan worden gebracht, wordt het gebruiken van gerecyclede grondstoffen ook al aantrekkelijker.

  • Tot slot is er het beprijzingsconcept True Pricing. Daarbij worden de werkelijke kosten, de impact op mens en milieu, meegerekend. Soyer noemt het ‘de droom van vele duurzame koplopers’. Voor kleding betekent het dat verantwoorde geproduceerde mode goedkoper wordt, kleding waarvoor het milieu is belast en/of mensen zijn uitgebuit, duurder. “Dit concept is nu nog heel niche.”

Goed om te weten: Flanders DC en de Belgische organisatie Vito lanceren in oktober een True Cost Tool om de ware kostprijs van modecollecties uit te rekenen.

Werk aan de winkel dus voor onze beleidsmakers.

Wat moeten modebedrijven doen? En hoever zijn ze? Wat moet er nog gebeuren?

“Veel partijen, zelfs de ketens uit de winkelstraat, zijn circulaire strategieën aan het verkennen,” vertelt Soyer desgevraagd.

H&M en Zalando bijvoorbeeld hebben tweedehands verkoopkanalen opgezet. “Resale is financieel echter lastig rond te breien,” vertelt Soyer. “Tweedehands heeft bovendien concurrentie van de eerder genoemde ultra fast fashion merken zoals een Shein en Temu die de markt overspoelen met goedkope producten. Daarom zou goedkope mode ook duurder moeten worden,” wijst ze opnieuw op het belang van True Pricing.

Nog een andere circulaire inspanning is upcycling. Dat is vooral de unieke pijler van ‘upcycle-sterren’ zoals Ronald van der Kemp (RVDK), Duran Lantink en Marine Serre. “Bij upcycling is schaalvergroting een uitdaging,” meldt Soyer. Het is lastig om dit concept, waarbij unieke items van reststoffen of bijvoorbeeld oude kledingstukken worden gemaakt, op grotere schaal toe te passen.

Om die reden is het voor kledingbedrijven - die nog niet hun hele businessmodel willen of kunnen omgooien (zoals eerder uitgelegd in het kader, red.) - zaak reparatie integraal onderdeel van de bedrijfsvoering te maken, meent Soyer.

In reparatie lopen outdoorbedrijven zoals ‘onze eigen’ Bever Sport voorop. Hoewel hersteldiensten steeds vaker door bedrijven zoals Xandres, E5 mode, Mended en Jafix.com worden aangeboden, zou de circulaire strategie in theorie door iedereen kunnen worden geïmplementeerd. De lastigheid zit hem in financiële haalbaarheid. “Momenteel zijn de kosten voor herstelwerkzaamheden hoger dan de opbrengsten.”

Nog een hobbel is dat consumenten minder snel zullen betalen voor reparaties zolang nieuw net zo goedkoop is. Om reparatie aantrekkelijker te maken, moet kleding weer meer worden gewaardeerd. Soyer: “Laatst zag ik een initiatief met gratis kleding. Je zou kunnen beargumenteren dat dit soort initiatieven, hoe goedbedoeld ook, herwaardering van kleding juist in de weg staan. We hebben juist een andere beweging nodig.”

De tekst gaat verder onder het beeld

Beeld ter illustratie van circulariteit Credits: Dit is een kledingstuk uit de capsule ‘Circularity Project 1.0’ van Blue Banana, op het zand van de Atacama-woestijn (Chili). Blue Banana.

Goed nieuws: de aandacht voor Reduce en Remanufacturing groeit

Toch is de expert hoopvol en kijkt ze positief naar de toekomst.

“De aandacht voor Reduce groeit op de R-ladder,” belicht Soyer. “Voorheen lag de focus vooral op de R van Recycle, het sluiten van de keten.” Nu wordt aan het begin van de keten, aan de start van het productieproces, nagedacht over de milieu-impact. En: hoe hoger op de R-ladder treden, hoe groter de besparing van grondstoffen.

Soyer vertelt dat ook interesse voor Remanufacturing groeit. “Patagonia is een kledingmerk dat dit toepast door ingezamelde kleding op kleur te sorteren en er nieuwe kledingstukken van te maken.” Dit hergebruik verkleint de noodzaak nieuwe kledingstukken te produceren (en terugkomend op de introductie: de productie van nieuwe kleding is wel degelijk het meest vervuilende onderdeel, dus winst!).

Circulair denken en inkopen wordt inmiddels niet alleen toegepast in de publieke sector, geeft de deskundige nog mee, maar ook in andere industrieën zoals de installatiebranche.

Innovatie en samenwerking
“Verschillende sectoren zouden meer moeten samenwerken aan circulaire oplossingen,” vindt Soyer. Van andere bedrijven valt immers te leren. “In de bouw wordt bijvoorbeeld al veel met duurzamere biobased materialen gewerkt. Bedrijven buigen zich nu over het vraagstuk welke bindmiddelen ze kunnen gebruiken om het aan het eind van de levensduur alsnog uit elkaar te kunnen halen.” Dat kan ook interessant zijn voor de kledingbranche.

“Als het gaat om innovatie, zie je dat andere branches zoals de bouwsector, voorlopen op de modebranche,” onderstreept Soyer. Zo kan beton goed worden gerecycled. “Dat is positief, want beton is een vervuilend product waar met onze wereldbevolking veel vraag naar is en we kampen met een toenemend tekort aan zand en grind.”

Van oude kleding nieuwe maken, textiel-tot-textiel recycling, gebeurt in de mode-industrie nog nauwelijks. Er vindt vooral downcycling plaats, waarbij afgedankte kledingstukken eindigen als laagwaardige toepassing, zoals isolatiemateriaal voor huizen, vulling voor autostoelen of poetsdoeken.

"Textielinzamelaars en recyclingbedrijven, zoals Sympany, die zich willen ontwikkelen tot grondstoffenhandelaren, staan voor veel uitdagingen, waaronder technologische (kleding bestaat vaak uit verschillende materialen, terwijl recycling meestal per grondstof plaatsvindt)," vertelt Soyer. Zo is ook het behoud van kwaliteit een uitdaging.

Daarnaast zijn er financiële uitdagingen mede door de dalende vraag naar tweedehands kleding wereldwijd. Meer hierover lees je in een uitstekend artikel van Liza van Lonkhuyzen voor NRC, met de veelzeggende titel 'Niemand zit nog te wachten op tweedehands textiel uit Nederland'."

En lees ook het tweede artikel dat van haar hand verscheen in de krant van 14 september: ‘Juist nu kringloopwinkels hipper zijn dan ooit, heeft de textielmarkt het zwaar’.

De tekst gaat verder onder de foto

Beeld ter illustratie. Het sorteerproces bij textielinzamelaar Sympany Credits: eigendom Sympany, via Vodde

Samengevat
Modebedrijven zijn begonnen met de transitie naar circulaire bedrijfsmodellen, maar er is nog een lange weg te gaan. Een verandering in consumentengedrag, meer ondersteuning vanuit de overheid en technologische vooruitgang, zijn onder meer essentieel om de overgang naar circulaire mode te versnellen en te realiseren.

Het kernvraagstuk waar kledingmerken voor staan, formuleerde mijn collega-journalist Simone Preuss onlangs treffend: hoe kunnen we geld verdienen zonder de verkoop van nieuwe spullen? Modebedrijven moeten nieuwe manieren vinden om waarde te creëren. Kortom, een vraag die allesbehalve eenvoudig te beantwoorden is.

Lees meer in de artikelen:
Beeld ter illustratie van trendy, goedkope en nieuwe kleding. Credits: Hamburger Shein-Pop-up. eigendom Shein
Beeld ter illustratie van herstelwerkzaamheden. Hier zie je Caroline Schumacher, Reparatie Expert Bever Credits: eigendom Bever

Bronnen:

- Interview Mirella Soyer, Lector Gedrag voor Circulaire Transities, Hogeschool Rotterdam, op 22 augustus 2024.
- Input van modeprofessional Jasmien Wynants, eigenaar van het agentschap Masjien dat gespecialiseerd is in duurzame mode, in september 2024.
- Het rapport 'ETC CE Report 2024/4 Volumes and destruction of returned and unsold textiles in Europe's circular economy' van Tom Duhoux, Dina Bekkevold Lingås, Lars Fogh Mortensen, uit maart 2024
- Input journalist Simone Preuss, in augustus 2024.
- Het FashionUnited archief en specifiek eerder gepubliceerde achtergrondartikelen (veelal gelinkt in de artikeltekst).
- Delen van deze artikeltekst zijn gegenereerd met een kunstmatige intelligentie (AI) tool en daarna geredigeerd.

Achtergrond
Circulaire economie
Circulariteit
Fashion Education
hergebruik
kledingafval
kledingafvalberg
Recycling
reduce
reparatie
Tweedehands
ultra fast fashion
Upcycling
Wetgeving